triangle
Publicaties Gepubliceerd / Perspublicaties

Waarom de verhuizing van Fivoor uit Den Dolder op zich laat wachten: ‘Gemeenten zien ons liever niet komen’ (Bron: RTV Utrecht)

De forensische klinieken van Fivoor in Den Dolder moeten vertrekken, maar de organisatie heeft grote moeite om een nieuwe plek te vinden in de regio. Waar heeft dat mee te maken? En wat zijn de gevolgen daarvan voor de klinieken en ook voor de inwoners van Den Dolder? We gaan in gesprek met Erik Masthoff, bestuurder van Fivoor.

Fivoor behandelt en begeleidt mensen met een psychiatrische stoornis die een gevaar vormen voor zichzelf of voor de samenleving. Ook verblijven er mensen die zogeheten hoog intensieve zorg nodig hebben. De patiënten komen bij Fivoor via bijvoorbeeld justitie of andere zorginstellingen.

De forensische klinieken staan op het terrein van Altrecht in Den Dolder. Al jaren geleden is besloten dat de klinieken zouden vertrekken en dat het terrein wordt verkocht. Voor een deel is dat al gebeurd en zijn er woningbouwplannen van de nieuwe eigenaar BPD. 1 januari 2027 moet het terrein leeg zijn, maar eigenaar Altrecht heeft de gemeente Zeist, waar Den Dolder onder valt, laten weten die datum niet te halen.

En dat heeft te maken met Fivoor want een nieuwe locatie voor de klinieken is nog niet gevonden. Intussen meldt Altrecht dat ze met de nieuwe eigenaar BPD in constructief overleg zijn. “Een definitieve datum van oplevering van het terrein is onderdeel van dit gesprek”, laat Altrecht weten.

“Ik ben al vier jaar aan het zoeken en het lukt alsmaar niet. Bij elkaar opgeteld heb ik wel twintig routes uitgezet, maar allemaal leiden die tot niets.” Erik Masthoff is bestuurder bij Fivoor en klinkt bijna een beetje moedeloos. “De klinieken moeten in de regio blijven, want we hebben een regionale zorgfunctie. Daarnaast is het momenteel al moeilijk personeel te krijgen en als je dan 100 kilometer van Den Dolder gaat zitten raak je je personeel kwijt. Een nieuwe locatie moet voor ons huidige personeel overbrugbaar zijn zodat ze bij ons kunnen blijven werken.”

Masthoff noemt nu één van de eisen waar een nieuwe locatie aan moet voldoen, maar er is meer nodig voor de kliniek. “Er moet voldoende grond zijn voor bijvoorbeeld een nieuwbouwplek”, vervolgt hij zijn verhaal. “Of er moet een gebouw op staan waar een kliniek van te maken valt. We hebben ook geprobeerd om het voormalige Pieter Baan Centrum aan de Gansstraat (in Utrecht) te kopen. Dat is een plek die geschikt gemaakt zou kunnen worden. Maar we hebben geen bod mogen doen.”

Niet in onze achtertuin

Inmiddels is er voor één van de vier klinieken van Fivoor een plek gevonden in De Bilt. Het gaat om de afdeling met de minst moeilijke patiëntengroep. Dat heeft voor veel onrust in de gemeente gezorgd. Masthoff: “Gemeenten en ook het Rijk vinden dat de forensische kliniek moet blijven bestaan, maar niemand wil het in zijn achtertuin hebben. Dat zie je in De Bilt. Dat heeft heel veel weerstand en tumult teweeggebracht.”

Vorig jaar waren de gemeenteraadsverkiezingen. Masthoff kreeg toen van lokale politici van verschillende gemeenten te horen: nee, daar willen wij onze vingers niet aan branden. “Je hebt een plek nodig waar je gedoogd wordt en dat je goed samenwerkt met gemeente, hulpdiensten en bewoners.”

De bestuurder van Fivoor begrijpt wel dat mensen de kliniek niet in hun achtertuin willen, zeker na de moord op Anne Faber door een patiënt van een forensische kliniek die later onderdeel werd van Fivoor. Dat veroorzaakte veel onrust onder inwoners in Den Dolder. Dat de zoektocht naar een nieuwe plek nu zo lang duurt hadden ze eerder niet voorzien. “Ik snap ook wel dat Den Dolder niet blij is dat het vertrek langer duurt. Het besluit om te vertrekken was overigens al genomen voor die verschrikkelijke gebeurtenis. De negatieve invloed die dat had daarna is ook heel goed te begrijpen. Mensen hebben er toch op gerekend dat we weg zouden gaan.”

Nieuwe locatie in goed overleg

“Fivoor heeft een jaar of vier of vijf nodig om een nieuwe plek geschikt te krijgen”, legt Masthoff uit. “We moeten eerst kijken of een plek geschikt is. Daarna schakel je met de betreffende gemeente of je draagvlak kunt krijgen. Op dat moment ben je nog niet met omwonenden in gesprek. Dat heeft in dat onzekere stadium nog geen zin om die negatieve impact te veroorzaken onder mensen, want dat zal onze mogelijke komst wel doen. Dat gesprek gebeurt in een latere fase als een verhuizing mogelijk lijkt.”

In die laatste fase van overleg met omwonenden is Fivoor in hun zoektocht naar een nieuwe plek nog niet gekomen. Masthoff: “Als een verhuizing haalbaar lijkt moet je transparant zijn en in een vroeg stadium in overleg gaan met bewoners. Achteraf bezien hebben we bijvoorbeeld de impact van onze komst naar De Bilt onderschat. We hadden veel eerder samen met de gemeente in gesprek moeten gaan met omwonenden. We willen zo open mogelijk met de omgeving communiceren. Het is niet onze bedoeling om ergens stiekem een kliniek neer te zetten.”

De Fivoor-bestuurder is nu wel tevreden over hoe het overleg met de omgeving op de huidige locatie gaat in Den Dolder. “Het zijn onze buren en we hebben wel te maken met hen. We proberen een goeie verstandhouding te hebben in verband met mogelijk overlast van onze patiënten.”

Bestaan van Fivoor staat onder druk

“Als het niet lukt om een nieuwe locatie te vinden, dan hangt het als een zwaard van Damocles boven ons hoofd dat de klinieken niet kunnen blijven bestaan.” Volgens Masthoff kan justitie dan niemand meer in de regio Utrecht plaatsen. “Dan krijg je twee dingen. Ketenpartners zoals bijvoorbeeld justitie en de geestelijke gezondheidszorg in de regio, hebben dan een groot probleem. En mensen die hier nu tijdelijk zitten lopen dan mogelijk buiten rond.”

De bestuurder van Fivoor is continu in gesprek met gemeenten, vastgoedontwikkelaars en bijvoorbeeld ook de Rijksgebouwendienst, maar niemand lijkt zijn vingers te willen branden. “Het Rijksvastgoedbedrijf heeft heel veel panden in het bezit, maar ja dan hoor je toch weer moeilijk, moeilijk, moeilijk.”

Ergens zal een gemeente moeten zijn die de moeite wil doen om de klinieken te behouden, want anders vreest Masthoff dat Fivoor verdwijnt en er juist veel meer overlast op straat zal zijn. Gemeenten moeten dus over de brug komen. “Als het ons niet lukt om die klinieken overeind te houden dan ontstaat een serieus veiligheidsrisico. Gemeenten gaan daar ook last van krijgen en omwonenden ook. Ik snap heel goed dat je geen buurman of buurvrouw wilt zijn van zo’n kliniek, want 100 procent overlastvrij lukt niet. Maar als wij er niet zijn lopen deze patiënten buiten door de regio heen.”