Soorten trajecten
Terug naar het overzicht

Soorten trajecten

Gelezen
Copy triangle

We bieden verschillende soorten trajecten aan binnen OFZ. Welk traject het beste bij iemand past, hangt af van het benodigde beveiligingsniveau, het benodigde afdelingsmilieu waarvan een patiënt maximaal kan profiteren en de behandelinterventies die nodig zijn.

Beveiligingsniveaus

  • Beveiligingsniveau 1: Onze AFZ heeft beveiligingsniveau 1. De buitendeur is voor patiënten afgesloten. Binnen het gebouw kunnen patiënten zich vrij bewegen.
  • Beveiligingsniveau 2: Onze FPA’s (inclusief FHIC) hebben beveiligingsniveau 2. De deuren van de afdeling zijn dicht en de kliniek is aan de buitenkant afgesloten met een hek. Elke kliniek heeft een separeer-unit en op veel units kunnen de deuren van de kamers op slot.
  • Beveiligingsniveau 3: Onze FPK en FVK hebben beveiligingsniveau 3. De toegang gaat via een detectiepoort en er staat een extra hek om de kliniek heen. Het gebouw is zo ingericht dat de therapie en dagbesteding binnen de gesloten kliniek aangeboden kan worden.

Op www.forensischezorg.nl/zorgaanbod/klinische-zorg lees je meer over de verschillende beveiligingsniveaus.

Afdelingsmilieu

Elke behandelafdeling heeft een werk- en leefmilieu afgestemd op de problematiek van de patiënt en bijbehorende zorgzwaarte.

Sociaal therapeutisch milieu

Hier zitten patiënten met een persoonlijkheidsstoornis, eventueel in combinatie met een licht verstandelijke beperking, psychotische stoornis en/of een verslaving(achtergrond).

Doelgroep en visie
Op afdeling verblijven patiënten bij wie waarbij persoonlijkheidsproblematiek op de voorgrond staat. De meeste patiënten zijn verbaal sterk en zelfredzaam. Het kenmerkende van een sociaal-therapeutische afdeling is dat patiënten geleerd wordt om zelf hun (nieuwe) vaardigheden in te zetten om adequaat conflicten en andere problemen op te lossen. Van patiënten wordt daarbij verwacht dat ze Op deze afdeling ligt een groot deel van het nemen van eigen verantwoordelijkheid en initiatief nemen bij de patiënt zelf binnen het leefklimaat. Patiënten die dit minder goed kunnen en die meer structuur en aansturing nodig hebben, worden vanuit sociotherapie hierin begeleid. Een aantal patiënten zijn hiertoe minder in staat en krijgen daarbij de benodigde begeleiding van staf. Deze patiënten behoeven meer structuur en aansturing. Elke patiënt heeft een coach met wie alle inhoudelijke zaken besproken worden. Elke patiënt heeft samen met zijn coach een vroegsignaleringsplan (VSP) opgesteld waarin beschreven staat welk gedrag de patiënt laat zien als vertoont wanneer het minder goed met hem gaat en wat er dan moet gebeuren om escalatie van risicogedrag te voorkomen. Het is belangrijk dat de patiënt en het behandelteam om deze signalen kennen en hiernaar handelen zoals is afgesproken. te kunnen herkennen voor zowel staf als de patiënt zelf.

Een dag op afdeling
Op afdeling starten we de dag met een gezamenlijke dagopening om een inschatting te maken van hoe het met de patiënt gaat. Dit is ook het moment waarop afspraken worden , ook worden hierbij afspraken doorgegeven. In de ochtend en middag volgen de patiënten hun arbeid- en dagbestedingsblokken en therapieën. Voorbeelden van te volgen arbeid- en dagbesteding zijn onderwijs, creatieve handvaardigheid, assemblage en sport. Zoals creatieve blokken, sport, onderwijs (het behalen van diploma’s zoals heftruckchauffeur, VCA, sociale hygiëne). Een gedeelte van de patiënten heeft (werk)verlof buiten de kliniek. Dit varieert van taakstraffen, tot vrijwilligers werk naar een betaalde baan. De lunch en het avondeten zijn gezamenlijke verplichte groepsmomenten. De avondmaaltijd wordt afgesloten met een dagsluiting. In de avond is er tijd voor ontspanning en vaak is dit ook het moment waarop de gesprekken met coach zijn gepland.

Profiel medewerker
Als medewerker ben je je bewust van de problematiek van de patiënten, de impact van hun stoornis op de omgeving (en dus op jou) en van de forensische setting waarin je werkt. Dit vraagt dat je goed kan verwoorden wat je ziet en merkt bij jezelf en bij anderen en dat je sta je sterk in je schoenen. Je bent verbaal sterk en je weet hoe je op een professionele manier moet reageren op verbale agressie. Je kunt patiënten begrenzen als dat nodig is en durft risicosignalen en gedrag in gesprek te brengen. Daarnaast weet je hoe je professioneel moet reageren op (verbale) agressie en lukt het je ook patiënten te begrenzen als dat nodig is, ook onder hoge druk. bent niet bang om het gesprek aan te gaan. Tegelijkertijd moet je patiënten ondersteuning kunnen bieden als dat (nog) nodig is. Ook kun je ze ook ondersteunen bij zaken waar zij (nog) hulp bij nodig hebben. Met name patiënten met persoonlijkheidsproblematiek zijn geneigd zaken persoonlijk te maken. Zij doen in contact een groot beroep op jouw vermogen om goed te blijven nadenken en handelen. Dit moet je als uitdaging kunnen zien en telkens bespreekbaar blijven maken met de patiënt en jouw collega’s.

De problematiek van patiënten komt duidelijk naar voren in de manier waarop ze het contact aangaan, waarbij ze zaken persoonlijk kunnen maken.  Dit moet je als uitdaging kunnen zien, kunnen verdragen en in de behandeling van de patiënt kunnen brengen.  Ook moet je deze dynamiek met je collega’s kunnen bespreken. Je kan op gelijkwaardige manier met de patiënt communiceren en daardoor kan er diepgang plaats vinden in de gesprekken. Belangrijk is hierbij dat je signalen oppikt en daar woorden aan kan geven. De zogeheten forensische scherpte.

Supportief milieu

Op de afdeling met een supportief behandelmilieu verblijven patiënten met een Een andere kant is een behandelafdeling voor patiënten met een psychotische stoornis en/of een ontwikkelingsstoornis al dan niet in combinatie met verslavingsproblematiek.

Doelgroep en visie
De patiënten die op deze afdeling verblijven zijn voornamelijk gediagnosticeerd met een psychotische stoornis. Het supportieve model is  heeft als basiskenmerken dat het behandelklimaat met name steunend en gestructureerd is, zodat het risico op overprikkeling wordt verlaagd en patiënten binnen een gestructureerde omgeving hun autonomie kunnen verstevigen. Op deze manier kan erop gericht de patiënt zich te laten ontwikkelen met minimale druk, met als doel dat hij psychiatrisch stabiel worden of blijft en binnen die stabiliteit kan werken aan de verschillende behandeldoelen ter vermindering van het recidiverisico. Doordat het supportieve behandelmilieu gericht is op stabilisatie en begeleiding worden de patiënten minder snel overprikkeld en kan hun autonomie beter gewaarborgd worden.

Profiel patiënt
Elke patiënt heeft een psychiatrische stoornis zoals een psychotische stoornis (bijvoorbeeld schizofrenie) en/of een ontwikkelingsstoornis (zoals een autismespectrumstoornis). De patiënten worden voornamelijk op afdeling geplaatst wanneer zij psychotische problematiek hebben die op de voorgrond staat zoals bijvoorbeeld schizofrenie. Vaak is er sprake van co-morbiditeit, zoals verslavingsproblematiek. De patiënten hebben veel baat bij structuur en individuele begeleiding. Er vindt doorlopend een inschatting plaats over de draagkracht van de patiënt en de doelen die gesteld zijn.  De groepsleiding zorgt ervoor dat de dag structuur gehandhaafd blijft. Iedere patiënt op de afdeling heeft een coach die de patiënt ondersteunt met bijvoorbeeld het uitvoeren van de doelen die vastgesteld zijn in het individuele behandelplan. Elke patiënt heeft samen met zijn coach een vroegsignaleringsplan (VSP) opgesteld waarin beschreven staat welk gedrag de patiënt vertoont wanneer het minder goed met hem gaat, wat de risicosignalen zijn en wat dan te doen. Het is belangrijk om deze signalen te kunnen herkennen voor zowel staf als de patiënt zelf.

Een dag op afdeling
Er is op afdeling een duidelijke structuur met die bestaat uit heldere grenzen en huisregels. Er zijn vaste groepsmomenten voor de patiënten, zoals: de dagopening, lunch, avondmaaltijd en dagsluiting. De patiënten worden uitgenodigd tijdens de groepsmomenten om te delen hoe het met ze gaat, wat ze gaan doen en waar ze eventueel hulp bij nodig hebben. Buiten die momenten hebben de patiënten arbeids- en dagbestedingsblokken die kunnen bestaan uit koken, sport en crea) en therapieën (individueel of in een groep) ( zoals bijvoorbeeld niet meer door het lint, Liberman modules en 4 G’s). Die therapieën kunnen in de groep of individueel plaatsvinden.

Profiel medewerker
Als medewerker ben je je bewust van de problematiek van de patiënten, de impact van hun stoornis op de omgeving (en dus op jou) en van de forensische setting waarin je werkt. Daarbij wordt zorg op maat geboden, waarbij de draagkracht van de patiënt leidend is. Op de afdeling wordt er zorg en traject op maat geboden, hierbij wordt gekeken naar de behoeften en vermogens van een patiënt. Er wordt rekening gehouden met ieders draagkracht- en last. Als medewerker is het belangrijk dat je rekening houdt met Rekening met de belevingswereld van de patiënt,  en daarop aansluit en in staat bent om eenvoudige/duidelijke instructies te geven. te sluiten door simpel en duidelijke communicatie. Daarnaast zijn geduld hebben en en empathie kunnen tonen zijn belangrijke eigenschappen van onze collega’s op deze afdeling.

FHIC

Dit afdelingsmilieu is speciaal ingericht voor mensen die in crisis zijn en intensieve behandeling en ondersteuning nodig hebben. Een groot deel van het programma is individueel en waar nodig bieden we een-op-een begeleiding. Patiënten binnen deze afdeling hebben doorgaans een ernstige psychiatrische aandoening en zijn op dat moment ontregeld. Behandeling binnen de FHIC is altijd kortdurend en gericht op stabilisatie of het doorbreken van een impasse elders.

Onze FPA’s hebben een Forensisch High & Intensive Care (FHIC). Hier worden patiënten die in crisis verkeren of dreigen te komen tijdelijk opgenomen. Doordat hun draaglast tijdelijk hun draagkracht ernstig overschrijdt, kunnen zij niet langer verblijven op een reguliere behandelafdeling of in hun eigen woonsetting (al dan niet beschermd of begeleid). Om verdere terugval, ontwrichting van de (behandel-) omgeving en delict recidive te voorkomen wordt de zorg tijdelijk opgeschaald en wordt de patiënt opgenomen op de FHIC. Opname op de FHIC is relatief kort, maximaal 15 weken.

De focus van deze afdeling ligt bij het stabiliseren. Er wordt voor iedereen individueel gekeken hoe dit het beste bereikt kan worden. Dit doen we, onder andere, door behandeling met medicatie, gesprekken en door het bieden van structuur middels een dagprogramma. Op de FHIC wordt per persoon gekeken en gewerkt vanuit contact, er wordt zoveel mogelijk maatwerk geleverd. Waar mogelijk wordt het netwerk van de patiënt betrokken bij de behandeling.

Een belangrijk uitgangspunt  is het houden van contact; de patiënt wordt niet alleen gelaten en er wordt zo min mogelijk dwang en drang toegepast. Juist op de meest moeilijk en angstige momenten voor de patiënten wordt hulp en continuïteit van zorg geboden. Doordat we contact houden wordt de zorg veiliger voor patiënt en medewerker.

Behandelinterventies

Onze behandelingen richten zich altijd op het verminderen van risico’s voor de samenleving. Een puur klachtgerichte behandeling hoort niet bij onze doelstelling. We hebben een breed aanbod van therapieën gebaseerd op erkende behandelmethoden, zoals:

  • Farmacotherapie (medicatie)
  • Psychologische interventies, variërend van vaardigheidstrainingen tot psychotherapie
  • Vaktherapie zoals beeldende therapie, psychomotore therapie, muziektherapie
  • Maatschappelijk werk, zowel op het gebied van financiën als sociaal netwerk