Wat doen we?
Terug naar het overzicht

Wat doen we?

Gelezen
Copy triangle

Binnen de FPA's en FPK behandelen wij patiënten die in aanraking zijn gekomen met politie en justitie en daarnaast een psychiatrische of psychische stoornis hebben. Enerzijds hebben we de functie van het beveiligen van de maatschappij en anderzijds hebben we de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een passende behandeling om eventuele herhaling van delict te voorkomen. Forensische zorg beweegt zich op het snijvlak van twee werelden: van het strafrecht én de zorg.

Forensische zorg

Wil je meer weten over forensische zorg in het algemeen dan kan je informatie vinden op de site van Forensische zorg. Hier vind je informatie over verschillende strafrechtelijke titels en bijbehorende wet- en regelgeving

De forensische zorgtitels die geplaatst worden op een FPA of FPK zijn te verdelen in de volgende categorieën:

Behandelfasen

Het behandeltraject binnen een FPA of FPK van Fivoor is een integraal proces van diagnostiek, behandeling en resocialisatie. Om de behandeling optimaal vorm te geven wordt er gewerkt met specialistische multidisciplinaire teams en afdelingsmilieus die zijn ingericht op de kenmerken van de patiëntengroep.

Diagnostiek: de risicofactoren in kaart gebracht door delictanalyse en risicotaxatie

Diagnostiek van de psychiatrische stoornis(sen) en een inschatting van het recidiverisico (door middel van risicotaxatie-instrumenten) is essentieel aan de start van de behandeling en gedurende het hele behandeltraject van de patiënt. In de behandeling staan de delictgerelateerde risicofactoren vanuit de vastgestelde stoornissen/beperkingen centraal.

In de eerste periode van opname wordt een diagnostisch traject doorlopen, om op systematische en methodische wijze de problematiek en risicofactoren in kaart te brengen. In deze periode worden door middel van dossieronderzoek (eventueel aanvullende diagnostiek) de voorgeschiedenis, (psychiatrische) kernproblematiek en delictgerelateerde risicofactoren in kaart gebracht. Ook wordt er een risicotaxatie gedaan en gestart met het opstellen van de delictanalyse en het vroegsignaleringsplan (VSP). Deze fase wordt afgerond met een behandelplan waarin doelen worden gesteld op basis van de risico- en beschermende factoren. Ook wordt er bij voorkeur al een inschatting gemaakt wat het uitstroomdoel moet zijn.

Behandelen: gericht op het bewerken van de risicofactoren en verlagen van het recidiverisico

Voor patiënten die in een FPA of FPK verblijven worden de risicofactoren in kaart gebracht door middel van een delictanalyse en risicotaxatie. De behandeling wordt ingezet op deze risicofactoren met als doel de risicofactoren te bewerken en daarmee het recidiverisico te verlagen. Het zorgaanbod bestaat uit individuele therapie, groepstherapie, vaktherapie en medicamenteuze behandeling. Als algemene principes wordt gebruik gemaakt van de multidisciplinaire richtlijnen in de keuze voor het inzetten van behandelinterventies. De psychologische behandeling is gegrond in de cognitieve gedragstherapie. Het leefmilieu en behandelklimaat op de verschillende afdelingen vormen een belangrijk onderdeel van de behandeling. De behandelingen op de afdeling bestaan onder andere uit:

  • Milieutherapie;
  • Medicamenteuze behandeling op indicatie;
  • Agressiehantering: groepstherapie waarbij vaardigheden worden geoefend om te leren omgaan met irritatie en boosheid;
  • Individuele gesprekken;
  • Liberman modules: therapie voor patiënten met psychotische problematiek, bedoeld om vaardigheden op verschillende gebieden te vergroten;
  • Psycho-educatie: uitleg over de verschillende ziektebeelden en behandeling, zowel groepsgewijs als individueel;
    Op indicatie kunnen er tevens andere therapievormen worden ingezet, zoals; EMDR, autismegroep, schematherapie.
  • Delictketengroep: therapie gericht op het vergroten van inzicht hoe de problemen zijn ontstaan. Binnen deze therapie wordt een holistische theorie opgesteld waarbij schematisch wordt weergegeven welke factoren hebben bijgedragen tot het tot stand komen van het delictgedrag. Indien verslavingsproblematiek een onderdeel van de delictketen is, zal hier extra aandacht voor bestaan.

Behandelen: gericht op het opbouwen van beschermende factoren

Naast het verminderen van de delictgerelateerde risicofactoren is het opbouwen van beschermende factoren erg belangrijk tijdens de behandeling voor delictpreventie. Beschermende factoren waarop hiervoor geïntervenieerd wordt, zijn: werk, vrijetijdsbesteding, financieel beheer, motivatie voor behandeling, levensdoelen, medicatie, netwerk, intieme relatie, hulpverlening, woonsituatie en toezicht.

De dikgedrukte beschermende factoren worden in de klinische behandelfase vooral vormgegeven door opname binnen een FPA en FPK. In het behandeltraject en bij resocialisatie wordt ingezet op het ontwikkelen, versterken en behouden van de cursief beschermende factoren door inzet van meerdere disciplines; dagbesteding, arbeidsconsulenten, maatschappelijk werkers, VOV, (GZ-)psychologen, vaktherapeuten, geestelijke verzorgers en psychiaters.

Resocialisatie: veilig en verantwoord re-integreren

Gezien de duur van de trajecten is het belangrijk om vanaf het begin van de behandeling aandacht te besteden aan het beoogde einddoel. Waar mogelijk wordt het netwerk actief betrokken bij de behandeling, zodat de verbinding met de maatschappij blijft bestaan. Bij de FPK wordt vanwege het hogere beveiligingsniveau een ruim dagprogramma binnen de kliniek aangeboden, maar op de FPA’s wordt relatief snel gestart met vrijheden zodat patiënten dagbesteding buiten de FPA kunnen volgen. Voor de meer kwetsbare mensen is dit vaak bij dagbesteding van de ggz op het terrein rond de kliniek. Voor de patiënten die daarvoor in aanmerking komen wordt gezocht naar (vrijwilligers)werk in de omgeving. De klinieken hebben daarvoor een netwerk van werkplekken waar patiënten geplaatst kunnen worden.

Om stagnatie in het behandelproces te voorkomen wordt er veel geïnvesteerd in uitstroom. Uitgangspunt is dat al in de beginfase van de behandeling wordt bepaald wat het einddoel van het traject moet zijn. Een groot deel van de patiënten stroomt door naar beschermd wonen. Medewerkers van maatschappelijk werk en de afdeling uitstroom en herstel regelen zaken rond het aanvragen van indicaties (denk aan WMO) en het aanmelden bij RIBW’s, enz.

Wanneer iemand verder gaat in het kader van een strafrechtelijk traject wordt dit uiteraard gedaan in afstemming met de toezichthouder. Ook wordt zo vroeg mogelijk een aanmelding gedaan voor ambulante nazorg als dat van toepassing is.